Wat is dementie op jonge leeftijd?
Bij dementie denken mensen vaak aan geheugenproblemen. Maar bij jonge mensen is dit anders. Dementie begint dan vaak met veranderingen in gedrag. Dit kan zorgen voor onbegrip en onzekerheid.
Het duurt gemiddeld 4 jaar voordat de juiste diagnose wordt gesteld. Daarom is het belangrijk om snel hulp te zoeken als je merkt dat er iets niet klopt.
De eerste signalen van dementie bij jonge mensen
De eerste klachten lijken vaak niet op dementie. Daarom denken mensen soms dat het door stress, depressie of relatieproblemen komt. Toch kun je aan een paar dingen merken dat er meer aan de hand is:
- Op het werk: Het werk gaat niet meer goed of lukt helemaal niet meer.
- In het huishouden: Huishoudelijke taken organiseren of uitvoeren gaat moeilijker.
- Gedrag en taal: Naasten merken dat iemand anders doet of praat dan normaal.
Vaak merken anderen als eerste dat er iets aan de hand is. Bijvoorbeeld:
- Je gedraagt je anders: je bent bijvoorbeeld ineens heel druk of juist heel rustig.
- Je hebt moeite met begrijpen of onthouden van nieuwe informatie.
- Je kan minder goed omgaan met drukke situaties.
- Je vindt het moeilijk om je woorden te vinden of gebruikt eenvoudiger taal.
- Je lijkt niet meer op jezelf: bijvoorbeeld je bent minder zelfverzekerd of afhankelijker dan eerst.
Dit alles kan ervoor zorgen dat mensen denken: "Er klopt iets niet."
Signalen die je bij jezelf kan herkennen
Soms merk je dat dingen niet meer gaan zoals je gewend was. Misschien herken je één of meer van de volgende dingen:
- Moeite met nieuwe informatie
Het is lastig voor mij om nieuwe dingen te begrijpen of te onthouden.
- Mijn stemming wisselt snel
Ik ben het ene moment blij, maar daarna ineens boos of verdrietig.
- Drukte is moeilijk
In drukke situaties raak ik snel in de war of het wordt me gewoon te veel.
- Ik gedraag me anders
Soms doe ik dingen die ik normaal nooit zou doen. Of ik heb minder zin om ergens aan te beginnen.
- Ik voel dat er iets niet klopt
Mensen om mij heen zeggen soms dat ze merken dat ik anders ben. Misschien denken ze: “Dit is niet zoals we van je gewend zijn.”
- Ik heb moeite met woorden
Het vinden van woorden is moeilijker. Ik gebruik vaak makkelijke woorden of zoek naar wat ik wil zeggen.
- Apparaten gebruiken is lastig
Het bedienen van apparaten, zoals mijn telefoon of de afstandsbediening, lukt me niet altijd meer.
- Ik voel me anders
Mijn persoonlijkheid lijkt te veranderen. Ik voel me niet meer helemaal zoals ik vroeger was.
- Ik neem een andere rol aan
Thuis of op mijn werk ben ik minder zeker of afhankelijker geworden. Dit voelt soms vreemd.
- Hulp helpt niet echt
Behandelingen voor bijvoorbeeld stress of vermoeidheid lijken niet te werken. Mijn klachten blijven.
Wat kun je doen?
Heb je het gevoel dat er iets mis is? Bespreek dit met de huisarts. De huisarts kan je doorsturen naar een specialist om te onderzoeken wat er aan de hand is. Hoe sneller je hulp zoekt, hoe beter je geholpen kunt worden.