Speciale vragenlijsten voor mensen met een verstandelijke beperking

Bij mensen zonder een verstandelijke beperking worden vaak testen gebruikt om te kijken of ze dementie hebben. Bijvoorbeeld geheugentesten of andere onderzoeken. Maar deze testen zijn niet altijd geschikt voor mensen met een verstandelijke beperking.  Ook het uitsluiten van aandoeningen met symptomen die lijken op symptomen bij dementie is bij deze doelgroep lastig.

Daarom zijn er voor mensen met een verstandelijke beperking speciale vragenlijsten. Deze worden ingevuld door mensen die de persoon goed kennen, zoals begeleiders of familie. Voorbeelden van deze vragenlijsten zijn:

• De Dementieschaal voor mensen met een verstandelijke handicap (DSVH).
• De Gedrags- en psychologische symptomen van dementie bij Downsyndroom (BPSD-DS 2).
• De Dementievragenlijst voor verstandelijk gehandicapten (DVZ).

·         Diagnostisch hulpmiddel met 45 symptomen die bij mensen met (Z)EV(M)B kunnen wijzen op dementie

De diagnose (vaststellen van dementie) mag nooit alleen worden gebaseerd op deze testen of vragenlijsten. Een arts en/of gedragskundige moet samen met een team onderzoeken of iemand dementie heeft. Dit heet een multidisciplinair onderzoek.

Lang proces

Hoe zwaarder de beperking, hoe moeilijker het is om testen te gebruiken.
Het vaststellen van dementie bij mensen met een (zeer) ernstige verstandelijke beperking kan vaak lang duren, soms wel 1 tot meerdere jaren.